Het boek “Das Narrenschiff” (1494) van de hand van de Duitse filosoof Sebastian Brant is te beschouwen als een voorloper op “De Lof der Zotheid” (1515) van de Nederlandse filosoof Erasmus. Het boek is een kritiek op het humanisme, dat de mens centraal stelt in de wereld. Sebastian Brant (een tijdgenoot van Maarten Luther) spoort aan inzicht te krijgen in de eigen gebreken, die tot dwaasheid kunnen leiden. Kern van zijn boodschap is: wie beweert een wijze te zijn, is een dwaas. En wie erkent een dwaas te zijn, zal in de ogen van velen een wijze zijn. Een zekere parallel valt hierin te ontdekken met de gedachten van de wetenschapsfilosoof Stephen Toulmin (1922-2009). [dit blogbericht is geïnspireerd door de bijdrage van Anne Havik aan de Filosofiekalender 2011, op 30 maart]
Niet-weten is weten
Ik heb de plank in vele vormen en maten talloze malen misgeslagen. Zodoende weet ik een hoop over een hoop, maar bovenal dat ik nagenoeg niets met zekerheid kan zeggen. En sinds ik dat weet, dat ik niet weet, heb ik het vrijwel altijd bij het juiste...