Ik heb de plank in vele vormen en maten talloze malen misgeslagen. Zodoende weet ik een hoop over een hoop, maar bovenal dat ik nagenoeg niets met zekerheid kan zeggen. En sinds ik dat weet, dat ik niet weet, heb ik het vrijwel altijd bij het juiste eind.
Oosterse relativiteitstheorie
Mijn proces van het loslaten van overtuigingen over dit en dat, ik en jij, ja of nee, recht of krom, kruid of onkruid, et cetera, ging gepaard met het bestuderen van dromen en mythes. Via die weg kwam ik bij Lao Tse, (Lao-tzu), een Chinese filosoof die wordt gezien als de grondlegger van het Taoïsme. In de Tao-te-Ching, ‘het boek van de Weg en z’n kracht’, beschrijft hij hoe degene die weet, niet weet, terwijl degene die weet dat hij niet weet, weet.
Dit lijkt een soort intellectuele patstelling; zowel het beamen als ontkennen van de stelling duidt op onwetendheid, want weten is niet-weten. Het gaat echter niet over gelijk hebben, integendeel, het gaat over de onderkenning van ons ingebakken ongelijk. In plaats van wie weet dat hij niet weet, weet, zou je ook kunnen zeggen dat alle wetenschap relatief, ambivalent en vormbaar is. En dat werkelijke weten vraagt om experimenten, aanpassingsvermogen en sereniteit, om maar iets te zeggen.
Hoe het ook zij, het vers van Lao Tse deed me de relativiteit en vergankelijkheid van het weten als nooit tevoren inzien. En sinds ik actief niet-weet, verwonder ik me in plaats van me te vergissen.
De middenweg is de kunst
Tussen weten en niet-weten bestaat overigens een middenweg. In het Chinees is dat gong of kung; denk aan qi-gong of de kung-fu. In het Nederlands zouden we kunst of kunde kunnen zeggen. Het is een ‘vloeibaar’ weten op basis van ervaring, loutering en begrip. Dit weten is enkel waarheid zolang we de eerder genoemde relativiteit en vergankelijkheid ervan inzien. Wat dat betreft raad ik de lezer van harte aan om het Parabel van de Chinese boereens te googelen en dit artikel over Wu Wei te lezen. (link naar artikel Rosa)
Onwetendheid als katalysator voor persoonlijke groei
Niet-weten is geenszins een excuus voor niet handelen. Het is bij uitstek een reden om er wél voor te gaan, ook al is de uitkomst onbekend. Juist door twijfel, door het niet zeker hoeven of willen te weten, blijven we open staan voor verrassende indrukken van buitenaf én binnenuit die helpen bij persoonlijke groei en ontwikkeling.
In het begin is dat makkelijker gezegd dan gedaan, want niet-weten is per definitie onzeker. Sterker nog, onzekerheid is het uitgangspunt. Maar door te volharden in onwetendheid, in verbazing en verwondering, is het een kwestie van kung en vertrouwen voordat niet-weten weten wordt.
Kortom, niet-weten is de way to go. Althans, wellicht.