Dit intrigerende boek beschrijft de bevindingen van Pim van Lommel in een door hem uitgevoerd onderzoek naar het menselijk bewustzijn.
In zijn praktijk als cardioloog werd hij geconfronteerd met mensen, die na een reanimatie een “bijna dood ervaring” rapporteerden. Zij vertelden over uittredingservaringen, het door een tunnel gaan en het bereiken van een helder licht gepaard aan een ervaring van overweldigende liefde, en ontmoetingen met overleden mensen die hen terugstuurden. Daar kwam bij, dat deze patiënten ook feiten over hun reanimatie bleken te hebben waargenomen, die zij volgens de huidige stand van de medische wetenschap niet konden waarnemen omdat zij op dat moment buiten bewustzijn waren en hun hersenen niet functioneerden.
Pim van Lommel vond dat op een serieuze en wetenschappelijke wijze ingegaan diende te worden op deze telkens terugkerende en consistente verhalen. Hij heeft deze ervaringen in een consistent wetenschappelijk onderzoek in kaart gebracht, samen met twee psychologen. Het verslag van dit onderzoek in The Lancet heeft zeer veel teweeg gebracht. In zijn boek beschrijft Van Lommel het onderzoek en geeft een uiteenzetting, waarom hij denkt dat deze ervaringen wel degelijk serieus te nemen zijn en hoe deze aan de hand van ontwikkelde wetenschappelijke theorieën en wetenschappelijke ontdekkingen te verklaren zouden kunnen zijn. Hij ontwikkelt met kracht van wetenschappelijke argumenten een theorie, dat het bewustzijn iets is dat uitstijgt boven de materie waaruit wij bestaan.
Dat klinkt behoorlijk vaag, maar is minder vaag dan het lijkt. Pim van Lommel probeert aan de hand van de kwantummechanica te laten zien hoe het ‘eindeloos’ bewustzijn te begrijpen zou zijn. In de kwantummechanica zijn en worden door natuurkundigen (Einstein en andere grootheden) ongerijmde inzichten ontwikkeld, die maar al te waar blijken te zijn. Materie kan in de kwantummechanica zichzelf als het ware ontstijgen en overgaan in een andere status en dimensie, waarin het eigenschappen heeft die bizar en ongelooflijk zijn, zoals het tegelijk wel en niet hebben van massa. Van Lommel baseert zijn theorie op deze inzichten, en komt tot de conclusie dat het individuele bewustzijn zoals wij dat ervaren een tegenhanger heeft in een andere dimensie, waar andere natuurkundige wetten gelden. Het bestaan van andere dimensies dan die wij in het dagelijks leven kennen is overigens ook in de kwantummechanica aanvaard. In die zgn. non-lokale ruimte is er geen sprake van tijd of afstand. Van Lommel legt uit welke plaats het bewustzijn hierin zou kunnen hebben, hoe dit zich verhoudt tot het alledaagse individuele bewustzijn zoals wij dat ervaren, en hoe het bewustzijn in het menselijk lichaam te plaatsen zou kunnen zijn. Hoewel de natuurkundige onderbouwing ook na herhaalde lezing minst genomen onbegrijpelijk is, is het een knappe poging om waarnemingen theoretisch te onderbouwen.
Deze theorie is absoluut intrigerend en zet je wereldbeeld drastisch op zijn kop. Van Lommel verdient bewondering voor zijn onderzoek en voor dit boek. Juist doordat het een zo indringende en revolutionaire visie op het bewustzijn is, roept dit bij mensen die bang zijn zich de vragen te stellen die hij stelt, grote weerstanden op. In zijn boek beschrijft hij dan ook dat zijn onderzoek verketterd is en hij door andere wetenschappers als charlatan is neergezet. Dat terwijl hij in alles een kritische en wetenschappelijke blik voorop blijft stellen, en voor zover voor de niet deskundige lezer is na te gaan op een deskundige manier voortbouwt op bestaande wetenschappelijke inzichten en precies aangeeft welke daarvan algemeen aanvaard zijn en welke nog ter discussie staan. Hij voert de lezer langs bepaald niet eenvoudige theorieën, maar het boek blijft goed leesbaar. Een absolute aanrader. Inmiddels is er ook een film over het boek gemaakt door Van Lommel, in samenwerking met de BOS [MdV 24 juli 2008; update 17-04-2011]