Achtergrond van de opvattingen van Barbara en Allan Pease is, dat de mens nu eenmaal zo’n 40.000 jaar rondholt als jager-verzamelaar, en we niet moeten verwachten dat een paar decennia industriële revolutie de hersenen van mannen en vrouwen ineens doen evolueren in moderne en geëmancipeerde mensen die ver af staan van wat ze 40.000 jaar lang deden. De man had tot taak achter wild aan te jagen. Hij moest in staat zijn de weg naar de grot weer terug te vinden en heeft dus een ontwikkeld richtinggevoel, en kan goed focussen op één ding op de horizon.
De vrouw verzamelde voedsel in de buurt van de grot terwijl de kinderen eromheen aan het spelen waren. Zij kan dus goed “lateraal kijken”.
Mannen vrouwen en autorijden
Zo tonen ook de statistieken van verzekeraars aan: vrouwen hebben significant minder vaak een aanrijding met een auto die van opzij komt.
Mannen zien die auto gewoon niet aankomen. Zij kunnen daarentegen vaak goed ‘s avonds autorijden, ze turen in een soort tunnelvisie naar de weg en ze vinden in één keer de weg terug naar huis!